Compenserende maatregelen voor revalidatieziekenhuizen tem juni 2022

2022.080

 

Op 8 juni 2022 is een besluit van de Vlaamse regering gepubliceerd dat de COVID-compensaties voor revalidatieziekenhuizen in Vlaanderen vastlegt tem 30 juni 2022.

U vindt hieronder de integrale tekst van dit Vlaams Besluit.

Publicatie : 2022-06-08

Numac : 2022032276

29 APRIL 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 193/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, wat betreft compenserende maatregelen voor de revalidatievoorzieningen

 

Rechtsgrond

Dit besluit is gebaseerd op:

- het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, artikel 78, § 1.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 14 april 2022;

- Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Motivering

Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief:

- De noodzakelijke preventieve maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie en de personeelsuitval hebben nog altijd een invloed op de inkomsten van revalidatievoorzieningen. Met dit besluit wordt het budget dat onder een normale activiteitsgraad wordt verkregen, gegarandeerd tot eind juni 2022.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1. In artikel 193/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 2020 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 2 april 2021 en 16 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden "het het" vervangen door het woord "het";

2° in paragraaf 1 wordt het vijfde lid opgeheven;

3° aan paragraaf 1 worden twee leden toegevoegd, die luiden als volgt:

"Voor de maanden september tot en met december 2021 wordt een compenserend budget voorzien, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening minstens 60% van het theoretisch aantal eenheidsprestaties heeft gepresteerd en gefactureerd aan de verzekeringsinstellingen. Voor de voorzieningen waarvan het erkenningsnummer begint met 7.72, wordt de budgetgarantie voorzien zodra 50% van het theoretisch aantal eenheidsprestaties is gepresteerd en gefactureerd aan de verzekeringsinstellingen. Een compenserend budget voor de maanden september tot en met december 2021 wordt vereffend bij de eindafrekening voor het jaar 2021, conform paragraaf 2.

Voor de maanden januari 2022 tot en met juni 2022 wordt een compenserend budget betaald op voorwaarde dat de revalidatievoorziening minstens 60% van het theoretisch aantal eenheidsprestaties heeft gepresteerd en gefactureerd aan de verzekeringsinstellingen. Voor de voorzieningen waarvan het erkenningsnummer begint met 7.72, wordt het compenserend budget voorzien zodra 50% van het theoretisch aantal eenheidsprestaties is gepresteerd en gefactureerd aan de verzekeringsinstellingen. Het compenserend budget is het verschil tussen het bedrag dat overeenstemt met de reguliere prestaties in de maanden januari 2019 tot en met juni 2019, zoals berekend conform het derde lid, en het bedrag dat, op basis van de bepalingen van dit besluit, aan de verzekeringsinstellingen is gefactureerd voor de gerealiseerde revalidatieprestaties in de maanden januari 2022 tot en met juni 2022. Het compenserend budget voor het eerste kwartaal van 2022 wordt voor 80% betaald in september 2022. Het saldo wordt in september 2023 betaald op basis van de gerapporteerde uitgaven door de verzekeringsinstellingen. Als bij de eindafrekening blijkt dat het compenserend budget voor de maanden januari 2022 tot en met juni 2022 dat al is uitbetaald, te hoog was, vordert het agentschap het te veel betaalde deel van het compenserend budget terug dat al is uitbetaald.";

4° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zin "Het bedrag dat aldus werd berekend wordt hetzij teruggevorderd van de revalidatievoorziening, hetzij betaald door het agentschap." vervangen door de zinnen "Als de voorziening te veel aan compenserende middelen heeft ontvangen, kan dat door de voorziening gebruikt worden als provisie op het compenserend budget voor de maanden september tot en met december 2021. Als de voorziening te weinig aan compenserende middelen heeft ontvangen, wordt het tekort aan compenserende middelen betaald door het agentschap.";

5° in paragraaf 2 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:

"Revalidatievoorzieningen die cashproblemen hebben in het laatste trimester van 2021, kunnen een provisioneel bedrag vragen aan het agentschap. Het agentschap betaalt eenmalig een provisioneel bedrag van maximaal een twaalfde van de jaarenveloppe van de voorziening in kwestie. Onder cashproblemen wordt verstaan dat de revalidatievoorziening een tekort heeft aan liquide middelen om noodzakelijke betalingen op korte termijn te kunnen doen.";

6° in paragraaf 2 wordt in het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, de zin "Om die eindafrekening te maken, wordt de methodologie, vermeld in het eerste lid, toegepast op het aantal maanden van het jaar 2021 waarvoor de revalidatievoorziening een compenserend budget heeft ontvangen." vervangen door de zinnen "De berekening gebeurt op dezelfde wijze als vermeld in het eerste lid, rekening houdend met de provisionele bedragen, vermeld in het eerste en tweede lid. Voor de controle op de voorwaarde om een compenserend budget voor de maanden juli tot en met december 2021 te verkrijgen, vermeld in paragraaf 1, vijfde en zesde lid, wordt het theoretisch aantal eenheidsprestaties bepaald als de helft van het theoretisch aantal eenheidsprestaties op jaarbasis, vermeld in de revalidatieovereenkomst, vermeld in artikel 157. Het bedrag dat op de voormelde wijze is berekend, wordt teruggevorderd van de revalidatievoorziening of betaald door het agentschap.".

Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 april 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering,

J. JAMBON

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding,

W. BEKE

 

begin

 

Publicatie : 2022-06-08

Numac : 2022032276

 

 

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
9 + 6 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.057

Nieuwe interpretatieregels RIZIV over immunisatieperiode

 

Op 17 april 2024 zijn drie interpretatieregels gepubliceerd over de zgn. immunisatieperiode.

De bedoeling is dat die steeds 5 dagen zou bedragen.

Daarom worden twee interpretatieregels geschrapt vanaf 1 mei 2024: 

  • * één i.v.m. het dermatologisch verband voor uitgebreide letsels
  • * één i.v.m. tandextracties en/of conserverende tandverzorging onder algemene anesthesie

 

Daarnaast wordt er een nieuwe interpretatieregel (nr. 7) toegevoegd voor art. 25 – toezichtshonorarium. 

2024.056

Huisbezoek WZC anders en beter vergoed vanaf 1 juni 2024

 

Op 11 juni 2024 werden drie KB’s gepubliceerd die in aangepaste nomenclatuur voorzien voor bezoeken door een huisarts in een WZC

Zij zijn de vrucht van heel wat werk in de NCAZ en de TGR en treden in voege op 1 juni 2024.

Er wordt een nieuw nomenclatuurnummer in het leven geroepen, specifiek voor een bezoek aan een WZC: 106610. 

Het ereloon ervoor zal € 45,81 bedragen (een verhoging met 25%).

2024.055

Update van art. 11 nomenclatuur (algemene speciale verstrekkingen)

 

Op 11 april 2024 is een KB gepubliceerd i.v.m de nomenclatuur van artikel 11 (algemene speciale verstrekkingen).

Het gaat in hoofdzaak om teksttoilet.

Hierna vindt u de integrale tekst van het nieuwe KB dat in voege treedt op 1 juni 2024. In de pdf als bijlage vindt u de voorbereidende nota van de TGR.