KB inzake COVID-toeslag medische huizen gepubliceerd

ASGB-BERICHT 2021.181
Icoon thema staatsblad

 

Medische huizen ontvangen van de verplichte ziekteverzekering een extra tussenkomst in de kosten van beschermingsmateriaal voor COVID. Het gaat meer bepaald om een tussenkomst die extra verpleegkundige handelingen vergoedt.

Dit gebeurt aan de hand van een toeslag (per forfaitair toegekend bedrag) van 1 euro, 0,25 euro of 0,10 euro naargelang het medisch huis behoort tot cat. 1 (hoge waarschijnlijkheid van verpleging), cat. 2 (intermediaire waarschijnlijkheid van verpleging) of cat. 3 (lage waarschijnlijkheid van verpleging).

Het KB dat dit formaliseert voor de periode van 4 mei tot 31 augustus 2020, is op 22 november jl. (eindelijk) gepubliceerd. De vergoeding zal binnen de 30 dagen na publicatie worden gestort door de verzekeringsinstellingen.

Hieronder vindt u de integrale tekst van het KB.

Publicatie : 2021-11-22

Numac : 2021022108

22 SEPTEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 71 van koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19-pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, met betrekking tot medische huizen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19-pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, artikel 71;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 15 maart 2021 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het voornoemde koninklijk besluit nr. 20;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 7 juni 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 14 juli 2021;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen die op 18 augustus 2021 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973

Overwegende de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Dit besluit stelt de regels vast volgens welke de verplichte ziekteverzekering een tijdelijke financiële tussenkomst in de kosten van specifieke beschermingsmaatregelen en materiaal in het kader van de COVID-19-pandemie verleent aan de medische huizen bedoeld in artikel 32, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Art. 2. De in artikel 1 bedoelde financiële tussenkomst is bestemd ter vergoeding van de extra verpleegkundige handelingen die door de medische huizen worden verricht en/of van de handelingen die wegens COVID-19 aan externe verpleegkundigen worden gedelegeerd.

Het bestaat uit een financieel supplement per verpleegkundig forfait dat wordt toegekend overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 23 april 2013 tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de medische huizen.

Art. 3. § 1. De financiële toeslag per forfaitair bedrag als bedoeld in artikel 2 varieert naargelang het medisch huis wordt beschouwd als :

1° medisch huis "met een hoge waarschijnlijkheid van verpleging", d.w.z. met het hoogste percentage bejaarde patiënten;

2° medisch huis "met een intermediaire waarschijnlijkheid van verpleging";

3° medisch huis "met een lage waarschijnlijkheid van verpleging".

De indeling in categorie 1°, 2° of 3° gebeurt op basis van de gegevens van de verzekeringsinstellingen die zijn gebruikt voor de berekening van het forfaitaire bedrag voor 2020 (gegevens van juni 2019), en het aandeel van personen ouder dan 65 jaar.

§ 2 Medische huizen waarvan de gegevens in juni 2019 nog niet voldoende compleet zijn, alsmede nieuwe medische huizen, vallen in de categorie die onder 2° is ingedeeld.

Een nieuw medisch huis verwijst naar een medisch huis waarvan het akkoord betreffende de forfaitaire betaling van sommige verstrekkingen voor geneeskundige verzorging is gesloten na 30 juni 2019.

Art. 4. Het bedrag van de financiële toeslag per forfaitair bedrag bedoeld in artikel 2 wordt vastgesteld op respectievelijk 1 euro, 0,25 euro of 0,10 euro, naargelang het medisch huis behoort tot de categorie bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, 2° of 3°.

Art. 5. De betaling aan het medisch huis van de op basis van de forfaitaire bedragen berekende financiële aanvulling geschiedt in één termijn door de verzekeringsinstellingen, binnen de 30 dagen na de publicatie van dit koninklijk besluit.

Art. 6. De financiële tussenkomst bedoeld in artikel 1 kan enkel betrekking hebben op de periode van 4 mei 2020 tot 31 augustus 2020.

Art. 7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 4 mei 2020.

Art. 8. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 september 2021.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

F. VANDENBROUCKE

 

 

 

 

2024.057

Nieuwe interpretatieregels RIZIV over immunisatieperiode

 

Op 17 april 2024 zijn drie interpretatieregels gepubliceerd over de zgn. immunisatieperiode.

De bedoeling is dat die steeds 5 dagen zou bedragen.

Daarom worden twee interpretatieregels geschrapt vanaf 1 mei 2024: 

  • * één i.v.m. het dermatologisch verband voor uitgebreide letsels
  • * één i.v.m. tandextracties en/of conserverende tandverzorging onder algemene anesthesie

 

Daarnaast wordt er een nieuwe interpretatieregel (nr. 7) toegevoegd voor art. 25 – toezichtshonorarium. 

2024.056

Huisbezoek WZC anders en beter vergoed vanaf 1 juni 2024

 

Op 11 juni 2024 werden drie KB’s gepubliceerd die in aangepaste nomenclatuur voorzien voor bezoeken door een huisarts in een WZC

Zij zijn de vrucht van heel wat werk in de NCAZ en de TGR en treden in voege op 1 juni 2024.

Er wordt een nieuw nomenclatuurnummer in het leven geroepen, specifiek voor een bezoek aan een WZC: 106610. 

Het ereloon ervoor zal € 45,81 bedragen (een verhoging met 25%).

2024.055

Update van art. 11 nomenclatuur (algemene speciale verstrekkingen)

 

Op 11 april 2024 is een KB gepubliceerd i.v.m de nomenclatuur van artikel 11 (algemene speciale verstrekkingen).

Het gaat in hoofdzaak om teksttoilet.

Hierna vindt u de integrale tekst van het nieuwe KB dat in voege treedt op 1 juni 2024. In de pdf als bijlage vindt u de voorbereidende nota van de TGR.