Tegemoetkoming voor implantaten
Geachte collega
In het BS van 29/8/2019 verscheen een interpretatieregel i.v.m. de tegemoetkoming voor implantaten.
met collegiale groeten, het ASGB-bestuur
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING
Interpretatieregels betreffende de lijst van verstrekkingen van vergoedbare implantaten en invasieve medische hulpmiddelen
Op voorstel van de Commissie tegemoetkoming implantaten en medische hulpmiddelen van 16 mei 2019, en in uitvoering van artikel 22,4° bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op 15 juli 2019 de hiernagaande interpretatieregel toegevoegd:
Interpretatieregel betreffende de lijst van verstrekkingen van vergoedbare implantaten en invasieve medische hulpmiddelen:
INTERPRETATIEREGEL 32
VRAAG
Welke geattesteerde verstrekkingen dient met in de opgelegde quota voor over/in een periode van 12 maanden mee te tellen?
ANTWOORD
Men moet tellen vanaf de eerste aflevering na de inwerkingtreding van de betreffende vergoedingsvoorwaarde in het Staatsblad.
Ter illustratie:
Sinds 1 maart 2019 kunnen de verstrekkingen xxxxx1-yyyyy1 en xxxxx2-yyyyy2 maximaal vijfmaal over een periode van 12 maanden in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van de verplichte verzekering.
Voor patiënt Z werden deze twee verstrekkingen op de volgende momenten geattesteerd:
- 13 april 2018
- 3 mei 2018
- 18 juli 2018
- 31 oktober 2018
- 11 januari 2019
- 11 april 2019
- 17 juni 2019
- 25 augustus 2019
- 4 december 2019
- 7 januari 2020
- 7 april 2020
Er is tegemoetkoming voor de aflevering van 7 januari 2020. Patiënt Z zal echter geen tegemoetkoming ontvangen voor de aflevering van 7 april 2020.
De interpretatieregel 32 heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2019.
De leidend ambtenaar, De Voorzitter,
Alain GHILAIN, J. VERSTRAETEN,
Directeur-generaal a.i.