Cogovernance is van iedereen!

2023.107

 

Één van de meest ergerlijke zaken aan de medische verkiezingen is dat voorspelbare steekspel van wie wat wanneer heeft gerealiseerd.

We hebben ons voorgenomen om strikt enkel onze eigen realisaties te vermelden en niet te gaan lopen met die van onze collega’s. Want ieder doet zijn/haar deel, en dus moet je eerlijk credits geven aan elke realisatie of goed idee van een ander.

En toch een eenmalige reactie. Omdat expliciet werd gecommuniceerd dat wij het idee van cogovernance zouden “gestolen” hebben. Even de feiten:

  • * Met cogovernance dat we op de agenda hebben gezet, bedoelen we uiteraard niet de reeds bestaande goede ententes tussen artsen en beheerders die in vele ziekenhuizen aanwezig zijn. Wél de noodzakelijke paradigmashift wanneer honoraria opgesplitst zullen worden in intellectuele honoraria (voor artsen) en kostendekkende honoraria. Voor die laatste is volgens ons een verankerde cogovernance nodig op dienstniveau, niveau medische raad én raad van bestuur, om de kostendekkende honoraria mee te beheren.
  • * Dit is een ander verhaal dan de reeds bestaande vormen van cogovernance, aangezien er nu steeds een financiële regeling geldt tussen medische raad en beheerder rond de afdrachten op de artsenhonoraria. Met de hervorming van de nomenclatuur vervalt de facto de afdrachtenregeling en moet gezocht worden naar een nieuw governance kader.
  • * In dat kader hebben wij cogovernance op tafel gelegd als oplossing om de artsenbelangen in ziekenhuizen te vrijwaren.

 

Korte tijdslijn:

1. In 2020 schreef onze voorzitter specialisten reeds een stuk in Knack rond de hervorming van de ziekenhuisfinanciering met cogovernance als noodzakelijke piste (zie pdf ‘KnackThomasGevaert’).

2.  Eind 2021 werd na de slotonderhandelingen de term ‘cogovernance’ opgenomen in de definitieve versie van het akkoord 2022-2023, meer bepaald in de passage rond hervorming van de nomenclatuur klinische biologie, op uitdrukkelijk aangeven van onze klinisch biologen, omdat die passage anders teveel risico voor de artsen inhield.

3.  Na de nota van Minister Frank Vandenbroucke van begin 2022 over de hervorming van het ziekenhuislandschap – waar cogovernance niet in voorkwam – hebben we omstandig gereageerd met als kernelement de noodzaak aan cogovernance (zie pdf ‘ledenbericht jan 2022’).

4.  Tijdens voorbereidende gesprekken voor de Taskforce ziekenhuishervorming hebben we in februari 2022 aangedrongen op het uitwerken van cogovernance in ziekenhuizen en dit werd mee opgenomen in de basis onderhandelinsnota.

5.  In april 2022 hebben zowel wij als BVAS een uitgewerkte nota rond nieuwe ziekenhuisgovernance op tafel gelegd: onze nota had als titel “cogovernance” (zie pdf ‘Kartelstandpuntinzakecogovernance’), in de nota van BVAS komt het woord “cogovernance” nul keer voor. AADM legde geen nota op tafel.

6.  Onze voorzitter specialisten is onze visie rond cogovernance vervolgens ook gaan uiteenzetten voor ZorgnetIcuro én in hoorzittingen van het federaal parlement rond de geplande ziekenhuishervormingen (zie pdf ‘voordrachtThomasGevaertZorgnet’ en pdf ‘voordrachtThomasGevaertparlement’)

7.  Op 11 maart 2023 hebben we een congres gehouden waarop cogovernance één van de zes hoofdpunten was (zie PPT ‘CongresCogovernance’).

8.  Buiten persberichten konden we geen nota’s noch opiniestukken van collega-syndicaten terugvinden met “cogovernance” als term. Op vergaderingen hebben we daar ook nooit standpunten over gehoord. Tot nu dus.

 

We gaan graag inhoudelijk het debat aan i.p.v. zoals op een speelplaats luid te roepen, knikkers te claimen, maar stiekem vals te spelen.

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
2 + 3 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen