KB inzake voorafname van de index voor ASO gepubliceerd

2022.138

 

Op 14 juni 2022 meldden we al dat de NPCAZ een addendum bij de Collectieve Overeenkomst voor ASO had goedgekeurd om ook voor de lonen van de ASO een voorafname op de index van 2023 toe te passen (met 2%). Zie ons bericht https://www.asgb.be/node/28376.

Het KB dat deze bijlage algemeen verbindend verklaart, is vandaag, 10 oktober 2022, in het Staatsblad verschenen. Dit betekent dat alle ziekenhuizen ertoe gehouden zijn de volgende loonbarema’s te respecteren tussen 1 juni 2022 en 31 december 2022:

Opleidingsjaar                  minimaal bruto maandloon voor 48 uur

1                                             3.199,23

2                                             3.302,04

3                                             3.430,55

4                                             3.559,06

5                                             3.713,27

6 e.v.                                      3.867,47

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB dat op 10 oktober 2022 verschenen is.

Publicatie : 2022-10-10

Numac : 2022042074

6 SEPTEMBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard het addendum van 13 juni 2022 aan de collectieve overeenkomst van 19 mei 2021 over de minimale voorwaarden die moeten opgenomen worden in de opleidingsovereenkomsten die met artsenspecialisten in opleiding worden afgesloten

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Overwegende dat de ontwerptekst van het addendum op 3 juni 2022 aan de leden van de Nationale Paritaire Commissie Artsen- Ziekenhuizen werd verstuurd met het oog op een elektronische goedkeuring;

Overwegende dat de elektronische procedure afliep op 13 juni 2022 en het addendum dus op die datum werd goedgekeurd;

Gelet op artikel 2, tweede lid, a), van het Koninklijk besluit nr. 47 van 24 oktober 1967 tot instelling van een Nationale Paritaire Commissie Artsen-Ziekenhuizen en tot vaststelling van het statuut van de Nationale Paritaire Commissies voor andere beoefenaars van de geneeskunst of voor andere categorieën van inrichtingen, alsmede van de Gewestelijke Paritaire Commissies;

Gelet op het verzoek van de Nationale Paritaire Commissie Artsen-Ziekenhuizen;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 13 juli 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 20 juli 2022;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen addendum aan de collectieve overeenkomst van 19 mei 2021, gesloten binnen de Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen, over de minimale voorwaarden die moeten opgenomen worden in de opleidingsovereenkomsten die met artsen-specialisten in opleiding worden afgesloten.

Art. 2. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 september 2022.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

F. VANDENBROUCKE



Bijlage 1

Addendum van 13 juni 2022 aan de collectieve overeenkomst van 19 mei 2021 over de minimale voorwaarden die moeten opgenomen worden in de opleidingsovereenkomsten die met artsenspecialisten in opleiding worden afgesloten

Overwegende dat het koninklijk besluit van 19 juli 2021 waarbij de collectieve overeenkomst van 19 mei 2021, gesloten binnen de Nationale Paritaire Commissie Artsen-Ziekenhuizen, over de minimale voorwaarden die moeten opgenomen worden in de opleidingsovereenkomsten die met de artsen-specialisten in opleiding worden afgesloten, algemeen bindend wordt verklaard, bepaalt in artikel 1 dat de daarin vermelde maandelijks minimale forfaitaire brutobedragen jaarlijks op 1 januari geïndexeerd worden volgens de regels vastgesteld in uitvoering van artikel 207bis van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;

Overwegende het standpunt van de NPCAZ dat de betrokken bedragen de indexering van de artsenhonoraria zouden volgen. Zodoende werden op 1 januari 2022 de betrokken bedragen met 0,79 % verhoogd;

Overwegende dat, gelet op de galopperende inflatie (8,97 % in juni 2022 ten opzichte van 2021) en de vertragende uitwerking van de afgevlakte gezondheidsindex, de Algemene Raad van het RIZIV heeft beslist om vanaf 1 juni 2022 een eenmalige bijkomende vergoeding toe te kennen aan de zorgverleners die verstrekkingen verlenen in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. Deze vergoeding bedraagt 2% van de tarieven voor alle zorgverleners van de sectoren die binnen de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling vallen. De betrokken vergoeding is tijdelijk van aard en moet de periode tussen 1 juni 2022 en 31 december 2022 overbruggen. Vanaf 1 januari 2023 wordt opnieuw het `gewoonlijke' mechanisme inzake indexering toegepast;

Overwegende dat het billijk lijkt om de minimale forfaitaire bruto maandbedragen vanaf 1 juni 2022 tot en met 31 december 2022, op een gelijkaardige manier, eveneens met 2 % te verhogen, hoewel de collectieve overeenkomst van 19 mei 2021 geen mechanisme bevat om tussentijdse indexverhogingen toe te passen. De betrokken verhoging is dus tijdelijk van aard. Vanaf 1 januari 2023 wordt het `gewoonlijke' indexmechanisme, zoals bedoeld in artikel 1 van de voornoemde collectieve overeenkomst, opnieuw toegepast, gebaseerd op de bedragen die van toepassing waren op 1 januari 2022 ;

Overwegende dat de financiële weerslag kan geraamd worden op ongeveer 1 miljoen euro voor een periode van 7 maanden;

Overwegende artikel 16 van de collectieve overeenkomst van 19 mei 2021 dat luidt als volgt:

"De financiële middelen die door de federale overheid en de Nationale Commissie Artsen Ziekenfondsen ter waarborging van de uitvoering van deze overeenkomst worden toegekend aan de ziekenhuizen, worden medegedeeld aan de medische raad van het ziekhuis en in onderlinge overeenstemming tussen de beheerder en de medische raad besteed ter vergoeding van de arts-specialist in opleiding.

Indien deze financiële middelen niet volstaan voor de dekking van de meerkosten die het gevolg zijn van deze overeenkomst, zullen deze gedragen worden door de artsen die de honoraria ontvangen voor de prestaties die door de arts-specialist in opleiding geleverd worden. De regeling ter zake zal ook in onderlinge overeenstemming tussen de beheerder en de medische raad worden afgesproken."

Beslist de Nationale Paritaire Commissie Artsen-Ziekenhuizen om volgend addendum aan de collectieve overeenkomst van 19 mei 2021 over de minimale voorwaarden die moeten opgenomen worden in de opleidingsovereenkomsten die met de artsen-specialisten in opleiding worden afgesloten, toe te voegen:

Artikel 1. Tussen 1 juni 2022 en 31 december 2022 wordt de tabel in artikel 1 van de collectieve overeenkomst van 19 mei 2021 over de minimale voorwaarden die moeten opgenomen worden in de opleidingsovereenkomsten die met de artsen-specialisten in opleiding worden afgesloten, vervangen door volgende tabel:

 

 

 Verhoging

Minimum brutobedrag

 

 Augmentation

Montant brut minimal

Jaar 1

-

3.199,23 EUR

Année 1

-

3.199,23 EUR

Jaar 2

102,81 EUR

3.302,04 EUR

Année 2

102,81 EUR

3.302,04 EUR

Jaar 3

128,51 EUR

3.430,55 EUR

Année 3

128,51 EUR

3.430,55 EUR

Jaar 4

128,51 EUR

3.559,06 EUR

Année 4

128,51 EUR

3.559,06 EUR

Jaar 5

154,21 EUR

3.713,27 EUR

Année 5

154,21 EUR

3.713,27 EUR

Jaar 6

154,21 EUR

3.867,48 EUR

Année 6

154,21 EUR

3.867,48 EUR



Art. 2. Dit addendum heeft uitwerking vanaf 1 juni 2022.

Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 6 september 2022 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve overeenkomst van 19 mei 2021, gesloten binnen de Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen, over de minimale voorwaarden die moeten opgenomen worden in de opleidingsovereenkomsten die met artsen-specialisten in opleiding worden afgesloten.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Volksgezondheid,

F. VANDENBROUCKE



 

 

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
2 + 0 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.057

Nieuwe interpretatieregels RIZIV over immunisatieperiode

 

Op 17 april 2024 zijn drie interpretatieregels gepubliceerd over de zgn. immunisatieperiode.

De bedoeling is dat die steeds 5 dagen zou bedragen.

Daarom worden twee interpretatieregels geschrapt vanaf 1 mei 2024: 

  • * één i.v.m. het dermatologisch verband voor uitgebreide letsels
  • * één i.v.m. tandextracties en/of conserverende tandverzorging onder algemene anesthesie

 

Daarnaast wordt er een nieuwe interpretatieregel (nr. 7) toegevoegd voor art. 25 – toezichtshonorarium. 

2024.056

Huisbezoek WZC anders en beter vergoed vanaf 1 juni 2024

 

Op 11 juni 2024 werden drie KB’s gepubliceerd die in aangepaste nomenclatuur voorzien voor bezoeken door een huisarts in een WZC

Zij zijn de vrucht van heel wat werk in de NCAZ en de TGR en treden in voege op 1 juni 2024.

Er wordt een nieuw nomenclatuurnummer in het leven geroepen, specifiek voor een bezoek aan een WZC: 106610. 

Het ereloon ervoor zal € 45,81 bedragen (een verhoging met 25%).

2024.055

Update van art. 11 nomenclatuur (algemene speciale verstrekkingen)

 

Op 11 april 2024 is een KB gepubliceerd i.v.m de nomenclatuur van artikel 11 (algemene speciale verstrekkingen).

Het gaat in hoofdzaak om teksttoilet.

Hierna vindt u de integrale tekst van het nieuwe KB dat in voege treedt op 1 juni 2024. In de pdf als bijlage vindt u de voorbereidende nota van de TGR.