Transversaal ja, Ideologie nee

2022.091

 

De nieuwe beleidsrichting binnen het RIZIV is geënt op meerjarenbegrotingen, weg van monodisciplinaire financiering richting multidisciplinaire budgetten. We zijn mee met die visie, als het een flexibel kader blijft en geen ideologisch carcan wordt.

We hebben dan ook duidelijke voorwaarden om in de toekomst transversale budgetten te blijven goedkeuren:

  1. Flexibiliteit: Nu is het transversaal of niets. Het leidmotief zou moeten zijn: wat is de vraag, wat is het project en hoe vullen we dat in. Dat kan multi- of monodisciplinair. Dus elk project moet worden uitgewerkt o.b.v. efficiëntie met oog voor patiënt en zorgverstrekker, niet o.b.v. een rigide transversale strategie.
  2. Eenvoud: We zien een wildgroei aan zorgcoördinatoren en casemanagers. In tijden van tekort aan zorgverstrekkers en administratieve overlast willen we dat dit niet de standaard wordt maar eerder de uitzondering. Idem voor conventies: alleen als het op een andere manier niet kan.
  3. Overleg: Bij project 7 (post-covid) hebben we gezien dat de Minister dit er wil doorduwen en dat de overleggroep voor blok wordt gezet. Een overlegmodel betekent voor ons iets anders, nl. ruimte voor discussie én ruimte om nee te zeggen tegen bepaalde voorstellen. Niet het lanceren van een persbericht nog voor er van een akkoord sprake is.
  4. Financiële transparantie: De groeinorm werd in 2022 integraal gereserveerd voor transversale e.a. doelstellingen en niet voor sectorale doelstellingen. Verfijnde budgettering is afwezig en halfweg 2022 is voor de transversale projecten zo goed als geen euro gespendeerd. We vermoeden sterk dat ook voor 2023 een groot deel van het budget zal vloeien naar transversale e.a. projecten. Gezien de vele vragen in elke sector afzonderlijk vragen we dringend een transparante manier van beheer en evaluatie van dit budget, waarbij we als artsen actiever betrokken worden in de financiële discussies.

 

Er zijn projecten zoals deze rond diabetes en eetstoornissen waar we zien dat de invulling onderbouwd en constructief verloopt; er zijn projecten zoals rond post-covid en pulmonale revalidatie waar we dit veel minder zien. We zijn dus niet tegen een transversale manier van werken, wel tegen de rigide, niet-transparante en inefficiënte invulling ervan. Daarom wensen we garanties op grondige bijsturing o.b.v. onze kritieken vooraleer we toekomstige conceptnota’s en bijkomende budgetten kunnen goedkeuren. Afzonderlijke projecten kunnen we uiteraard blijven goedkeuren.

We verwijzen verder ook nog bijgaand opiniestuk van Dr. Thomas Gevaert.  https://www.artsenkrant.com/actueel/quo-vadis-overlegmodel/article-opinion-57193.html

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
8 + 1 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.057

Nieuwe interpretatieregels RIZIV over immunisatieperiode

 

Op 17 april 2024 zijn drie interpretatieregels gepubliceerd over de zgn. immunisatieperiode.

De bedoeling is dat die steeds 5 dagen zou bedragen.

Daarom worden twee interpretatieregels geschrapt vanaf 1 mei 2024: 

  • * één i.v.m. het dermatologisch verband voor uitgebreide letsels
  • * één i.v.m. tandextracties en/of conserverende tandverzorging onder algemene anesthesie

 

Daarnaast wordt er een nieuwe interpretatieregel (nr. 7) toegevoegd voor art. 25 – toezichtshonorarium. 

2024.056

Huisbezoek WZC anders en beter vergoed vanaf 1 juni 2024

 

Op 11 juni 2024 werden drie KB’s gepubliceerd die in aangepaste nomenclatuur voorzien voor bezoeken door een huisarts in een WZC

Zij zijn de vrucht van heel wat werk in de NCAZ en de TGR en treden in voege op 1 juni 2024.

Er wordt een nieuw nomenclatuurnummer in het leven geroepen, specifiek voor een bezoek aan een WZC: 106610. 

Het ereloon ervoor zal € 45,81 bedragen (een verhoging met 25%).

2024.055

Update van art. 11 nomenclatuur (algemene speciale verstrekkingen)

 

Op 11 april 2024 is een KB gepubliceerd i.v.m de nomenclatuur van artikel 11 (algemene speciale verstrekkingen).

Het gaat in hoofdzaak om teksttoilet.

Hierna vindt u de integrale tekst van het nieuwe KB dat in voege treedt op 1 juni 2024. In de pdf als bijlage vindt u de voorbereidende nota van de TGR.