Beschermingsmateriaal: systeem financiële tussenkomst goedgekeurd
Tijdens de vergadering van het Verzekeringscomité van maandag 15 juni 2020 werden de grote lijnen uitgewerkt van een systeem voor financiële tussenkomst voor het beschermingsmateriaal en op 29 juni 2020 werd het ontwerp KB goedgekeurd.
Het KB 2O had uitdrukkelijk gesteld dat er geen extra kosten aan de patiënt hiervoor mogen worden aangerekend, maar dat een regeling zou worden uitgewerkt. Er werd daarom een werkgroep opgericht door het Verzekeringscomité en de zaak is ook besproken tijdens de medicomut van 8 juni.
Voor de artsen komt de regeling hierop neer:
+ vergoeding per contact van 2,5 euro (consultatie, bezoek; telefonisch consult is uiteraard uitgesloten)
+ het is van toepassing op de ambulante sector. Voor zorgverleners die binnen het ziekenhuis werken, geldt dit systeem voor zover de facturatie niet via de ziekenhuisfactuur gebeurt (centrale inning).
+ maximaal 200 x aanrekenbaar per maand
+ het betreft een tijdelijke regeling: van 4 mei 2020 t/m 31 augustus 2020, eventueel te verlengen
+ de mutualiteiten tellen gezamenlijk het aantal contacten, zij geven dit door aan het RIZIV
+ het RIZIV betaalt de arts, uiterlijk voor het eind van het jaar 2020.
Op deze manier hebben de artsen geen extra administratie
Het ASGB/kartel had minstens een verdubbeling van de basispraktijkpremie voorgesteld en een gelijkwaardig bedrag voor de specialisten buiten het ziekenhuis. De nu voorgestelde regeling komt voor een arts met minstens 50 patiëntencontacten per week neer op een maandelijks forfait van 500 euro, gedurende 4 maanden (eventueel te verlengen).
De volledige uitleg is terug te vinden op de website van het RIZIV via deze link.