Samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg

ASGB-BERICHT 2019.106

 

Geachte collega

In het BS van 20/8/2019 verscheen een Besluit van de Vlaamse overheid i.v.m. samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg. Het nieuwe besluit brengt enkele wijzigingen aan aan het besluit van 19 dec 2008. Vooral de taakomschrijving van de SEL ‘s wordt gewijzigd: dit besluit vervangt de vroegere taken door een reeks nieuwe taken (zie artikel 4).

met collegiale groeten, het ASGB-bestuur

VLAAMSE OVERHEID

26 APRIL 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg en tot integratie van de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging in de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg

DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 34, eerste lid, 13°, gewijzigd bij de wetten van 10 augustus 2001 en 10 december 2009, 35, § 1, vijfde lid, 37, § 12, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1995, 29 december 1999 en 19 december 2008 en 56, § 2, eerste lid, 3°, gewijzigd bij wet van 7 februari 2014;
Gelet op het decreet van 3 maart 2004 betreffende de eerstelijnsgezondheidszorg en de samenwerking tussen de zorgaanbieders, artikel 8, § 2 en § 3, en artikel 10, § 2 en § 3 en 24, § 1, gewijzigd bij decreet van 21 juni 2013;
Gelet op het decreet van 15 juli 2016 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikel 32, 33 en 116, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 2002 tot vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 mei 2003 tot vaststelling van de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 december 2009 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiering toekent aan de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 2012 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de deelname aan overleg rond een psychiatrische patiënt, de organisatie en coördinatie van dit overleg en de functie van referentiepersoon;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 november 2005 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden waarin een tegemoetkoming kan worden toegekend voor de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 11 februari 2019;
Gelet op advies 65.482/3 van de Raad van State, gegeven op 21 maart 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een punt 4/1° ingevoegd, dat luidt als volgt:
"4/1° eerstelijnszone: een geografisch afgebakend gebied waarin een project, dat de Vlaamse Regering subsidieert, werkt aan de organisatie van de zorg en ondersteuning in zijn werkgebied en aan de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders;";
2° punt 8°, punt 10° en punt 12° worden opgeheven.
Art. 2. Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 4. Een SEL heeft de volgende opdrachten en taken:
1° de procedures bewaken voor de evaluatie van het zelfzorgvermogen en de kwaliteitsvolle uitwerking van het zorgplan;
2° toezicht houden op de organisatie van het multidisciplinaire overleg in het kader van een zorgplan door de gebruiker zelf, zijn wettelijke vertegenwoordiger, een mantelzorger, een vrijwilliger of een zorgaanbieder;
3° het multidisciplinaire overleg faciliteren door de personen, vermeld in punt 2°, als dat wenselijk is, toe te leiden naar een zorgaanbieder die aan het SEL heeft gemeld dat hij bereid is dat multidisciplinaire overleg te organiseren. In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad kunnen de personen, vermeld in punt 2°, ook toegeleid worden naar een lokaal dienstencentrum;
4° zelf een multidisciplinair overleg organiseren als de zorgaanbieder, vermeld in punt 3°, nalaat dat overleg te laten plaatsvinden binnen een maand nadat het overleg is aangevraagd;
5° de initiatiefnemers van de eerstelijnszone, in het werkgebied van het SEL, ondersteunen;
6° de huidige samenwerkingsovereenkomsten met minstens de ziekenhuizen, woonzorgcentra en rust- en verzorgingstehuizen, dagverzorgingscentra en centra voor kortverblijf opvolgen om het zorgcontinuüm te verzekeren. Die overeenkomsten hebben tot doel de overgang van de thuissituatie naar een residentiële of semiresidentiële voorziening of ziekenhuis en omgekeerd vlot te laten verlopen;
7° de website www.desocialekaart.be actief bekendmaken bij zorgaanbieders in het werkgebied van het SEL;
8° zorgverstrekkers in het werkgebied van het SEL ondersteunen om opgenomen te worden in de databank van de website www.desocialekaart.be;
9° adviezen verlenen, op eigen initiatief of op verzoek van de Vlaamse overheid, en goedepraktijkvoorbeelden en eventuele probleemsituaties signaleren aan het Agentschap.".
Art. 3. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden "zes jaar" vervangen door de woorden "maximaal twee jaar".
Art. 4. In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt punt 5° opgeheven.
Art. 5. Artikel 11, 12 en 13 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 6. In artikel 16, van hetzelfde besluit, wordt de zinsnede "artikel 12, § 4, tweede en derde lid," opgeheven.
Art. 7. In artikel 20, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2015, wordt de zinsnede "69.031,87 euro (negenenzestigduizend eenendertig euro zevenentachtig cent)" vervangen door de zinsnede "72.106,90 euro (tweeënzeventigduizend honderd en zes euro negentig cent)" en wordt het getal "0,2133" vervangen door het getal "0,4358".
Art. 8. In artikel 21 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2015, wordt het jaartal "2016" vervangen door het jaartal "2020".
Art. 9. Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 24. § 1. Het is toegestaan een reserve aan te leggen die opgebouwd is uit subsidies in het kader van dit besluit.
De reserve wordt bepaald door de definitief verworven subsidie in het kader van dit besluit te verminderen met de uitgaven die het Agentschap heeft aanvaard.
De totale opgebouwde reserve mag op het einde van een bepaald werkingsjaar nooit meer bedragen dan de helft van het geïndexeerde bedrag van de subsidie, vermeld in artikel 20, § 1, dat vastgelegd is voor het werkingsjaar in kwestie.
§ 2. Een reserve kan alleen aangewend worden om uitgaven te financieren die ertoe bijdragen de opdrachten en de taken, vermeld in dit besluit, te realiseren.
§ 3. De mogelijkheid bestaat om naast de reservevorming een fonds voor sociaal passief op te bouwen. Met een fonds voor sociaal passief kan de voorziening het hoofd bieden aan toekomstige lasten in geval van ontslagen.
§ 4. Als er geen verlenging van de erkenning wordt aangevraagd of verleend, worden de reserve en het fonds voor sociaal passief die in het kader van dit besluit zijn opgebouwd en die overblijven nadat de ontslagpremies zijn uitbetaald, integraal teruggestort.".
Art. 10. In artikel 32 van hetzelfde besluit wordt de datum "1 januari 2010" vervangen door de datum "1 januari 2019".
Art. 11. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, 12 juli 2013, 30 januari 2015, 13 maart 2015 en 7 december 2018, wordt een artikel 32/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 32/1. Een rechtspersoon of, in voorkomend geval, de Vlaamse Gemeenschapscommissie die op 31 december 2018 al erkend is als SEL of als geïntegreerde dienst voor thuisverzorging, hierna GDT te noemen, behoudt zijn erkenning of erkenningen overeenkomstig de regelgeving die op 31 december 2018 voor de erkenning in kwestie van toepassing was.
In afwijking van het eerste lid voert elk erkend SEL en elke erkende GDT uiterlijk op 1 juli 2019 de opdrachten, vermeld in artikel 4, uit. Ze hoeven vanaf die datum de opdrachten die overeenkomstig de regelgeving op 31 december 2018 op hun erkenning van toepassing waren, niet meer uit te voeren.
Een rechtspersoon of, in voorkomend geval, de Vlaamse Gemeenschapscommissie die op 31 december 2018 erkend is als SEL of als GDT, kan, uiterlijk tot en met 1 juli 2019, een aanvraag indienen om de erkenning als SEL of als GDT die aan hem verleend is voor 1 januari 2019, om te zetten in een erkenning als SEL, overeenkomstig de regelgeving die van toepassing is op het moment van de aanvraag.
Een erkenning als SEL die verleend is overeenkomstig de regelgeving die van toepassing is vanaf 1 januari 2019, kan voor dezelfde rechtspersoon niet gecumuleerd worden met een erkenning als SEL of als GDT die verleend is vóór 1 januari 2019.".
Art. 12. De volgende regelingen worden opgeheven:
1° het koninklijk besluit van 8 juli 2002 tot vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging;
2° het koninklijk besluit van 14 mei 2003 tot vaststelling van de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 november 2005 en 22 oktober 2006;
3° het koninklijk besluit van 15 december 2009 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiering toekent aan de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juni 2013;
4° het koninklijk besluit van 27 maart 2012 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de deelname aan overleg rond een psychiatrische patiënt, de organisatie en coördinatie van dit overleg en de functie van referentiepersoon, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juni 2014;
5° het ministerieel besluit van 18 november 2005 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden waarin een tegemoetkoming kan worden toegekend voor de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 24 oktober 2006 en 26 mei 2009.
Art. 13. De volgende regelgeving heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019:
1° artikel 32 en 33 van het decreet van 15 juli 2016 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
2° dit besluit.
Art. 14. De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 april 2019.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN

2024.042

OPROEP : kandidaat voor werkgroep long Covid

 

De huidige overeenkomst Long-COVID-19 voor een aangepaste zorgaanpak neemt een einde op 30 juni 2024. 

Voor de nieuwe conventie zal men een transversale werkgroep organiseren op 23 april. 

Wij doen een oproep onder onze leden om zich kandidaat te stellen voor deze WG.

Bij interesse kan u een e-mail sturen naar het secretariaat (info@asgb.be).

 

 

2024.041

Update van nomenclatuur pneumologie (interventionele bronchoscopie)

 

Op 25 maart 2024 is een KB gepubliceerd dat de nomenclatuur voor de pneumologie aanpast.

Het gaat meer bepaald om een hele reeks aanpassingen inzake de interventionele bronchoscopie.

U vindt de aanpassingen integraal terug in de pdf als bijlage.

Zij treden in voege op 1 mei 2024.

2024.040

Praktijkondersteuning huisartsen geconcretiseerd

 

Het vorige akkoord voorzag al in een budget van 16,7 miljoen euro voor de ondersteuning van de praktijken van huisartsen in 2023.

Dat werd nu eindelijk ook geconcretiseerd en afgerond door een werkgroep van de NCAZ én op 25 maart jl. goedgekeurd door het Verzekeringscomité van het RIZIV.

Vooreerst, die 16,7 miljoen komt uit het budget voor de honoraria van de artsen. Dat willen we toch even benadrukken te midden van (ministeriële) persberichten over lenteplannen.