Aanstellen bewindvoerder

ASGB-BERICHT 2019.099
Icoon thema staatsblad

 

Geachte collega

In het BS van 21/8/2019 verscheen een KB i.v.m. de procedure voor het aanstellen van een bewindvoerder voor wilsonbekwame personen.

Op dit ogenblik kan elke arts dergelijke omstandige medische verklaring opstellen en is er nog geen erkenning nodig maar dit ligt wel in de lijn van de verwachtingen.

met collegiale groeten,  het ASGB-bestuur

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

29 JULI 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de inhoud en de vorm van het standaardformulier van omstandige geneeskundige verklaring ter uitvoering van artikel 1241, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, beoogt de herziening van het model van omstandige geneeskundige verklaring waarvan sprake is in artikel 1241 van het Gerechtelijk Wetboek alsook de herziening van de artsen die gerechtigd zijn om die verklaring op stellen.

Oorspronkelijk beperkte het ontwerp van koninklijk besluit zich tot het vervangen van de bijlage bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot vaststelling van de inhoud en de vorm van het standaardformulier van omstandige geneeskundige verklaring ter uitvoering van artikel 1241, 2e en 3e lid, van het Gerechtelijk Wetboek. Als gevolg van het advies van de Raad van State is de wettelijke basis van het model van omstandige geneeskundige verklaring (voortaan artikel 1241, § 1, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek) opgenomen in de titel van het koninklijk besluit.

Daarnaast wordt er opgemerkt dat, in tegenstelling tot wat bepaald was in het koninklijk besluit van 31 augustus 2014, deze verklaring niet meer mag worden opgesteld door de arts van de betrokkene (behalve tijdens de overgangsperiode). Ze moet nu opgesteld worden door een erkende arts of een psychiater, overeenkomstig artikel 1241, § 1, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek (zie infra). Deze nieuwe regel is opgenomen in het ontwerp van koninklijk besluit.

Om die redenen werd het voornoemd koninklijk besluit van 31 augustus 2014 opgeheven en vervangen door een nieuw koninklijk besluit gebaseerd op de nieuwe wettelijke basis, ook al werd de oorspronkelijke tekst niet ten gronde gewijzigd.

Volgens artikel 1241 van het Gerechtelijk Wetboek moet die verklaring worden voorgelegd wanneer een verzoek om een maatregel tot rechterlijke bescherming van een persoon een mogelijke weerslag heeft op diens bekwaamheid in de zin van artikel 491, e), van het Burgerlijk Wetboek.

Volgens artikel 491, e), van het Burgerlijk Wetboek wordt onder 'bekwaamheid' de bevoegdheid verstaan om rechten en plichten zelf en zelfstandig uit te oefenen. Er moet worden opgemerkt dat een voorafgaande toestemming voor het stellen van een handeling een maatregel is die een mogelijke weerslag heeft op de bekwaamheid van de persoon.

In artikel 1241 van het Gerechtelijk Wetboek wordt de inhoud van die omstandige geneeskundige verklaring uitvoerig beschreven en wordt de Koning gemachtigd om de inhoud ervan vast te stellen. Het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot vaststelling van de inhoud en de vorm van het standaardformulier van omstandige geneeskundige verklaring ter uitvoering van artikel 1241, tweede en derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek ligt aan de basis van dit model.

De wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen betreffende justitie (BS 31 december 2018) heeft alle procedures betreffende de rechterlijke beschermingsmaatregelen hervormd. Daarbij werd zowel de inhoud van de omstandige geneeskundige verklaring gedeeltelijk als de artsen die gerechtigd zijn om die verklaring op te stellen, herzien.

Artikel 1241, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt echter dat die verklaringen voortaan moeten worden opgesteld door erkende artsen of psychiaters. Desalniettemin is erin voorzien dat niet-erkende artsen omstandige geneeskundige verklaringen nog kunnen afleveren gedurende een periode van vijf jaar die volgt op de inwerkingtreding van het koninklijk besluit dat die erkenningsprocedure zal vaststellen (artikel 97 van voornoemde wet van 21 december 2018).

In dat geval zou een niet-gespecialiseerd arts nog kunnen worden gevraagd om medische verklaringen op te stellen in het kader van de procedures met betrekking tot rechterlijke beschermingsmaatregelen.

Overeenkomstig artikel 1246, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, wint de rechter echter alle nuttige inlichtingen in alvorens zijn beslissing te nemen. De rechter moet beschikken over duidelijke informatie om een precies idee te hebben over de gezondheidstoestand van de beschermde of te beschermen persoon. Dat kan moeilijk blijken als de artsen niet gespecialiseerd zijn in de ziekten waarvan ze geacht worden de diagnose te stellen bij de te beschermen persoon. Deze verduidelijkingen zijn erg waardevol omdat, op basis van die beschrijving van de gezondheidstoestand, een persoon onder rechterlijke bescherming kan worden geplaatst en hij daarbij een deel van zijn autonomie kan verliezen.

De wijziging van de inhoud van de omstandige geneeskundige verklaring door de voornoemde wet van 21 december 2018 is ingegaan op 1 maart 2019 (artikel 98, derde lid, van de voornoemde wet van 21 december 2018). Dit ontwerp van koninklijk besluit moet dus dringend worden goedgekeurd.

Dit koninklijk besluit zal eveneens de taak van de niet-gespecialiseerde artsen, die nog steeds het recht hebben om verklaringen op te stellen, vereenvoudigen. Daarnaast zal het de bevoegde vrederechter de mogelijkheid geven om enkel over informatie te beschikken die nuttig is om de situatie zo te beoordelen dat de beperkingen van de autonomie van de persoon door de plaatsing onder rechterlijke bescherming op pertinente argumenten gestoeld zijn.

Ik heb de eer te zijn,

Sire,

Van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,

De Minister van Justitie,

K. GEENS

29 JULI 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de inhoud en de vorm van het standaardformulier van omstandige geneeskundige verklaring ter uitvoering van artikel 1241, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 1241, § 1, eerste lid, vervangen door de wet van 21 december 2018;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot vaststelling van het standaardformulier van omstandige geneeskundig verklaring tot uitvoering van artikel 1241, 2e en 3e lid van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op advies 66.219/2 van de Raad van State, gegeven op 17 juni 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Het standaardformulier van omstandige geneeskundige verklaring bedoeld in artikel 1241, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, wordt ingevuld door een erkende arts of een psychiater overeenkomstig het model in bijlage.

Art. 2. Het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot vaststelling van de inhoud en de vorm van het standaardformulier van omstandige geneeskundige verklaring ter uitvoering van artikel 1241, 2e en 3e lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt opgeheven.

Art. 3. De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 juli 2019.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Justitie,

K. GEENS

Voor de raadpleging van de tabel, zie bijlage

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 juli 2019 tot vaststelling van de inhoud en de vorm van het standaardformulier van omstandige geneeskundige verklaring ter uitvoering van artikel 1241, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Justitie,

K. GEENS

Reacties

Beste

Als geriater schrijf ik regelmatig zulke medische attesten, in belang van patient- soms ook om (financ, psy ) ouderenmishandeling te stoppen.

We doen dit op basis van zeer uitgebreid, multidisicplinair assessment.

Ik hoop dat niet alleen psychiaters hier een erkenning zullen mogen krijgen. Ik ben van mening dat ook geriaters tot deze groep van experten kunnen behoren.

mvg

Dr. Hilde Baeyens
Geriater, diensthoofd geriatrie
hilde.baeyens@azalma.be

2024.057

Nieuwe interpretatieregels RIZIV over immunisatieperiode

 

Op 17 april 2024 zijn drie interpretatieregels gepubliceerd over de zgn. immunisatieperiode.

De bedoeling is dat die steeds 5 dagen zou bedragen.

Daarom worden twee interpretatieregels geschrapt vanaf 1 mei 2024: 

  • * één i.v.m. het dermatologisch verband voor uitgebreide letsels
  • * één i.v.m. tandextracties en/of conserverende tandverzorging onder algemene anesthesie

 

Daarnaast wordt er een nieuwe interpretatieregel (nr. 7) toegevoegd voor art. 25 – toezichtshonorarium. 

2024.056

Huisbezoek WZC anders en beter vergoed vanaf 1 juni 2024

 

Op 11 juni 2024 werden drie KB’s gepubliceerd die in aangepaste nomenclatuur voorzien voor bezoeken door een huisarts in een WZC

Zij zijn de vrucht van heel wat werk in de NCAZ en de TGR en treden in voege op 1 juni 2024.

Er wordt een nieuw nomenclatuurnummer in het leven geroepen, specifiek voor een bezoek aan een WZC: 106610. 

Het ereloon ervoor zal € 45,81 bedragen (een verhoging met 25%).

2024.055

Update van art. 11 nomenclatuur (algemene speciale verstrekkingen)

 

Op 11 april 2024 is een KB gepubliceerd i.v.m de nomenclatuur van artikel 11 (algemene speciale verstrekkingen).

Het gaat in hoofdzaak om teksttoilet.

Hierna vindt u de integrale tekst van het nieuwe KB dat in voege treedt op 1 juni 2024. In de pdf als bijlage vindt u de voorbereidende nota van de TGR.