Noodplan Brusselse Ziekenhuizen

ASGB-BERICHT 2019.065
Icoon thema staatsblad

 

Geachte collega

In het BS van 24/5/2019 verscheen een Besluit i.v.m. het noodplan van de Brusselse ziekenhuizen.

met collegiale groeten, het ASGB-bestuur

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD

3 MEI 2019. - Besluit van het Verenigd College houdende wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, betreffende het ziekenhuisnoodplan

Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie,
Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en de andere verzorgingsinrichtingen, artikel 66;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd;
Gelet op advies van de afdeling ziekenhuizen van de Commissie voor gezondheidszorg van de Adviesraad voor gezondheids-en welzijnszorg, uitgebracht op 21 februari 2018;
Gelet op het verslag van de algemene vergadering van het Rekenhof, uitgebracht op 2 mei 2018;
Gelet op advies 63.650/VR van de Raad van State, gegeven op 26 september 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de onbevoegdheid van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, nu benoemd Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen.
Op voorstel van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid,
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. In rubriek A. Algemene normen die op al de inrichtingen van toepassing zijn, punt III. Organisatorische normen van de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, wordt punt 14°, vanaf de derde alinea, vervangen door wat volgt:
"14° De algemeen directeur is eindverantwoordelijke voor het actieplan, hierna ziekenhuisnoodplan genoemd, onverminderd de verantwoordelijkheden van de hoofdgeneesheer betreffende de medische aspecten van het ziekenhuisnoodplan (het medisch ziekenhuisnoodplan - ZNP MED) en de verantwoordelijkheden van de technisch directeur betreffende de technische aspecten van het ziekenhuisnoodplan (het technisch ziekenhuisnoodplan ZNP TEC). Vanuit deze verantwoordelijkheid:
a) is de algemeen directeur of diens vervanger voorzitter van het permanent comité;
b) is de algemeen directeur of diens vervanger contactpersoon voor de overheden in geval van een interne of externe rampspoedige gebeurtenis. De algemeen directeur of diens vervanger is daartoe 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar;
c) is de algemeen directeur of diens vervanger voorzitter van de coördinatiecel van het ziekenhuis (CCZ), bij toepassing van het ziekenhuisnoodplan;
d) bepaalt de algemeen directeur of diens vervanger de behandelcapaciteit van het ziekenhuis. Hij meldt de behandelcapaciteit in het Incident Crisis Management System (ICMS). In dit punt wordt verstaan onder behandelcapaciteit: de vrije bedden die op het ogenblik van het incident beschikbaar zijn;
e) kan de algemeen directeur of diens vervanger de reflex- of huisvestigingscapaciteit van het ziekenhuis tijdens het incident in geen geval wijzigen. In dit punt wordt verstaan onder reflex- of huisvestigingscapaciteit: het minimale aantal slachtoffers dat de ziekenhuiscampus kan opnemen tijdens het eerste uur;
f) kan de algemeen directeur of diens vervanger, in het geval dat het ziekenhuisnoodplan werd afgekondigd, beslissen, nadat de reflexcapaciteit werd bereikt en na overleg met de federale gezondheidsinspecteur, geen slachtoffers van de noodsituatie (meer) naar het ziekenhuis te laten verwijzen.
Ieder ziekenhuis duidt een noodplancoördinator aan. De noodplancoördinator treedt zowel intern als extern op als aanspreekpunt voor het ziekenhuisnoodplan. De noodplancoördinator heeft zowel preventieve als operationele taken inzake het ziekenhuisnoodplan. De noodplancoördinator is functioneel belast met de coördinatie en kwaliteitsbewaking van alle activiteiten met betrekking tot het ziekenhuisnoodplan. Hiertoe biedt de noodplancoördinator ondersteuning en medewerking aan volgende processen:
a) de ontwikkeling en uitwerking van de noodprocedures op basis van een risicoanalyse, waarbij rekening wordt gehouden met de patiëntveiligheid en de veiligheid van de medewerkers;
b) de ontwikkeling van het ziekenhuisnoodplan, aangepast voor alle diensten binnen het ziekenhuis;
c) de integratie van de gemeentelijke en provinciale noodplanning binnen het ziekenhuisnoodplan;
d) de verspreiding van het ziekenhuisnoodplan in het ziekenhuis;
e) de bewaking van de noodzakelijke aanpassingen in functie van de wijzigende ziekenhuisorganisatie;
f) de organisatie van oefeningen;
g) de opleiding van de sleutelfiguren binnen het ziekenhuisnoodplan;
h) het verstrekken van informatie aan ziekenhuispersoneel en het verzorgen van een communicatieve brugfunctie met de diensten van het ziekenhuis en externe instanties;
i) de evaluatie van de toepassing van het ziekenhuisnoodplan.
De noodplancoördinator speelt tijdens noodsituaties waarbij het ziekenhuisnoodplan van toepassing is een rol in de coördinatiecel van het ziekenhuis (CCZ): hij fungeert er als procesbewaker en ondersteunt er de algemeen directeur. De arbeidstijd van de noodplancoördinator wordt bepaald door het ziekenhuis, in functie van de grootte van het ziekenhuis en van de gemaakte risicoanalyse. De functie van noodplancoördinator is verenigbaar met een andere functie in het ziekenhuis. Als het ziekenhuisnoodplan van toepassing is zal men, zo deze niet in het ziekenhuis is, steeds proberen de noodplancoördinator op te roepen, voor zover hij/zij beschikbaar is.
In ieder ziekenhuis moet een permanent comité, onder leiding van de algemeen directeur, belast worden met het opstellen, het actualiseren en het valideren van het ziekenhuisnoodplan. Binnen het permanent comité wordt er een bureau opgericht, waarvan minstens de hoofdgeneesheer, de noodplancoördinator, het medisch diensthoofd van de spoedgevallendienst en een secretariaatsfunctie deel uitmaken. De secretariaatsfunctie kan door één van de verplicht aanwezige functies in het Bureau worden waargenomen. De relatie tussen het bureau en het permanent comité wordt vastgelegd in een huishoudelijk reglement. In dit huishoudelijk reglement worden minimaal de opdrachten, de vergaderfrequentie en de wijze van besluitvorming van het bureau vastgelegd. Het bureau heeft een beleidsvoorbereidende taak en ondersteunt het permanent comité inzake de uitvoering van de beslissingen inzake het ziekenhuisnoodplan.
Het ziekenhuisnoodplan moet voor advies worden voorgelegd aan de burgemeester van de gemeente waarin het ziekenhuis gelegen is. Hiertoe wordt het ziekenhuisnoodplan bezorgd aan de burgemeester, die het ziekenhuisnoodplan voor advies bezorgt aan de gemeentelijke veiligheidscel. De gemeentelijke veiligheidscel betrekt in het uitbrengen van dit advies enerzijds Brussel Preventie en Veiligheid en anderzijds de federale gezondheidsinspectie.
Daartoe worden Brussel Preventie en Veiligheid en de federale gezondheidsinspectie uitgenodigd op de bespreking van het ziekenhuisnoodplan op de gemeentelijke veiligheidscel. Als de vertegenwoordigers van Brussel Preventie en Veiligheid niet zijn ingegaan op de uitnodiging, maakt de gemeentelijke veiligheidscel autonoom een advies op, dat ter kennisgeving aan de provinciale noodplancoördinator, de federale gezondheidsinspectie en de burgemeester wordt bezorgd. De provinciale noodplancoördinator en de federale gezondheidsinspectie kunnen opmerkingen op het advies overmaken aan de burgemeester. Als er binnen de twee maand die volgen op het overmaken van het advies, geen opmerkingen worden geformuleerd, wordt het advies zoals geformuleerd door de gemeentelijke veiligheidscel als definitief beschouwd. De burgemeester attesteert, op basis van dit advies, al dan niet met opmerkingen door de noodplancoördinator en/of de federale gezondheidsinspectie, het advies met betrekking tot het ziekenhuisnoodplan. In het attest van de burgemeester kunnen opmerkingen worden geformuleerd. Het attest van de burgemeester wordt aan het ziekenhuis bezorgd, die het op zijn beurt bezorgt aan de minister bevoegd voor het gezondheidsbeleid. De minister keurt, op basis van dit attest, het ziekenhuisplan al dan niet goed. Een goedkeuring geldt voor een periode van vijf jaar.
Het ziekenhuis moet, voor wat betreft het oefenen van het ziekenhuisnoodplan, een meerjarenplan opmaken, waarbij minimaal 1 keer per jaar een oefening wordt voorzien. De controle op de uitvoering van het meerjarenplan gebeurt door de gemeentelijke veiligheidscel. Een reële noodsituatie, waarbij het ziekenhuisnoodplan van toepassing is, is geldig als oefening, op voorwaarde dat er een kwalitatieve debriefing is gevolgd waarbij alle actoren zijn betrokken en de daaruit volgende verbetermogelijkheden werden geïmplementeerd.
In het ziekenhuisnoodplan worden twee fasen gehanteerd: de fase `informatie' en de fase `actie'. Het hulpcentrum 112 speelt een cruciale rol in de bepaling van de fase van het ziekenhuisnoodplan. In de fase `actie' zijn er twee niveaus: niveau I en niveau II. De coördinatiecel van het ziekenhuis bepaalt het niveau.
In de fase `informatie':
a) is er kennis van een noodsituatie hetzij omdat het ziekenhuis via de noodcentrale 112 wordt verwittigd dat het Medisch Interventieplan (MIP) werd afgekondigd, hetzij omdat er een spontane en onaangekondigde toestroom van een belangrijk aantal patiënten is van eenzelfde gebeurtenis. In het laatste geval zal het ziekenhuis de noodcentrale 112 hiervan in kennis stellen;
b) wordt de spoedgevallenarts verwittigd. De spoedgevallenarts informeert zich over de aard van de noodsituatie, het te verwachten aantal slachtoffers, de aard van de aandoeningen en de aankomsttijden. Op basis van deze informatie beslist de spoedgevallenarts, na intern overleg, of er al dan niet wordt overgegaan tot de fase `actie'.
In de fase `actie' correspondeert `niveau I' met een minimale toename van de personeelsinzet die wordt gerealiseerd door interne verschuivingen. Er wordt geen extra personeel opgeroepen. `Niveau I' stemt overeen met een te verwachten aantal slachtoffers dat de eerste theoretische golf (de reflexcapaciteit) niet overstijgt.
`Niveau II' stemt overeen met een groot aantal te verwachten slachtoffers, waarbij de eerste theoretische golf (de reflexcapaciteit) overschreden wordt. Er is nood aan bijkomend, extra op te roepen personeel.
Het ziekenhuisnoodplan bevat de procedures voor evacuatie, relocatie, receptie en isolatie van slachtoffers en moet op volgende aangelegenheden betrekking hebben:
a) de oprichting, de samenstelling en de werking van een coördinatiecel, belast met het leiden van de operaties, het verzamelen van informatie inzake de noodsituatie, het beslissen over het reactievermogen van het ziekenhuis, het eventueel aanpassen van het ziekenhuisnoodplan en het instaan voor de contacten met de families, de overheden en de pers;
b) de fasen en niveau's met hun respectievelijk personeelseffectief van interne mobilisatie, de procedures en de logistieke actiemiddelen evenals de aanwijzing van de personen bevoegd om over de toepassing van het ziekenhuisnoodplan of één van de fases te beslissen;
c) de aanwijzing van de lokalen, bestemd voor de triage, het toezicht op en de behandeling van de slachtoffers volgens de urgentiegraad, evenals van de lokalen van de pers, de familieleden, de overheid en de stoffelijke overschotten;
d) de voorschriften ter identificering van de slachtoffers;
e) het organogram, de manier van werken en de aanwijzing van de personeelsleden naargelang van de fase en het betrokken niveau;
f) de lijst van enerzijds de geneesheren en alle personeelscategorieën van het ziekenhuis die oproepbaar en meteen beschikbaar moeten zijn en anderzijds de geneesheren en alle personeelscategorieën die oproepbaar zijn, evenals de terzake geldende oproepmodaliteiten;
g) de logistieke maatregelen voor de toepassing van het ziekenhuisnoodplan en in het bijzonder het inzetten van materieel, geneesmiddelen en noodvoorraden, de maatregelen inzake bloed- en derivatenvoorraden evenals de maatregelen met betrekking tot de spoedgevallendienst, de dienst voor intensieve behandeling, het operatiekwartier, de radiologiedienst en het laboratorium;
h) de maatregelen ter bescherming van de slachtoffers, het personeel, de lokalen en het materiaal in geval van besmetting evenals de te volgen decontaminatieprocedures en -technieken;
i) de voorschriften inzake de interne circulatie en het controleren van de onmiddellijke omgeving van het ziekenhuis;
j) de praktische werking van een cel voor de opvang en psychosociale begeleiding van de familie;
k) de mogelijkheid om de communicatiemiddelen uit te breiden, om communicatienetwerken uit te bouwen en om de ontvangst en de verspreiding van informatie te centraliseren;
l) de voorschriften betreffende de samenwerking met de gemeentelijke en provinciale overheid met het oog op de integratie van het ziekenhuis in de gemeentelijke of provinciale noodplannen;
m) de beschrijving van de aanwending van het ziekenhuisnoodplan in de vorm van een synoptische tabel;
n) een handleiding met de instructiefiches bestemd voor de verschillende soorten ziekenhuisdiensten en -personeel;
o) de middelen voor de opleiding van geneesheren en alle personeelsleden;
p) het meerjarenplan betreffende de oefeningen om validatie of aanpassing van het ziekenhuisnoodplan mogelijk te maken;
q) de voorschriften inzake het in veiligheid brengen, de interne en externe evacuatie van de opgenomen patiënten en van het personeel;
r) de capaciteit om slachtoffers op te vangen uitgedrukt in reële verzorgings- en behandelingscapaciteit, evenals de huisvestigingscapaciteit.
De incidenten die de hoogste risico's inhouden en minimaal voor risico's van chemische, biologische, radiologische en/of nucleaire aard en explosieven (CBRNe), brand, uitval van IT-voorzieningen, uitval nutsvoorzieningen en pandemie, alsook voor de risico's waarvoor op basis van reglementering een noodplan moet worden uitgewerkt, moeten in het ziekenhuisnoodplan specifiek behandeld worden.
Iedere dienst en ieder personeelslid moet beschikken over de instructiefiches die hem aanbelangen en moet eveneens ingelicht zijn over zijn opdracht binnen het ziekenhuisnoodplan."
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2019.
Art. 3. De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 3 mei 2019.
Voor het Verenigd College :
De Leden van het Verenigd College,
D. GOSUIN
G. VANHENGEL

2024.042

OPROEP : kandidaat voor werkgroep long Covid

 

De huidige overeenkomst Long-COVID-19 voor een aangepaste zorgaanpak neemt een einde op 30 juni 2024. 

Voor de nieuwe conventie zal men een transversale werkgroep organiseren op 23 april. 

Wij doen een oproep onder onze leden om zich kandidaat te stellen voor deze WG.

Bij interesse kan u een e-mail sturen naar het secretariaat (info@asgb.be).

 

 

2024.041

Update van nomenclatuur pneumologie (interventionele bronchoscopie)

 

Op 25 maart 2024 is een KB gepubliceerd dat de nomenclatuur voor de pneumologie aanpast.

Het gaat meer bepaald om een hele reeks aanpassingen inzake de interventionele bronchoscopie.

U vindt de aanpassingen integraal terug in de pdf als bijlage.

Zij treden in voege op 1 mei 2024.

2024.040

Praktijkondersteuning huisartsen geconcretiseerd

 

Het vorige akkoord voorzag al in een budget van 16,7 miljoen euro voor de ondersteuning van de praktijken van huisartsen in 2023.

Dat werd nu eindelijk ook geconcretiseerd en afgerond door een werkgroep van de NCAZ én op 25 maart jl. goedgekeurd door het Verzekeringscomité van het RIZIV.

Vooreerst, die 16,7 miljoen komt uit het budget voor de honoraria van de artsen. Dat willen we toch even benadrukken te midden van (ministeriële) persberichten over lenteplannen.