Sociaal Statuut hematologen

ASGB-BERICHT 2019.138
Icoon thema honorarium

 

We ontvingen van het Riziv bijgevoegd antwoord op onze vraag naar de berekening van de activiteitsdrempels voor hematologen i.v.m. de toekenning van het sociaal statuut (asgb-bericht 2019.129).

De collega's hematologen kunnen dus gerust zijn dat zij door de berekeningswijze niet benadeeld worden.

En het sociaal statuut voor gepensioneerde artsen wordt dus wel degelijk toegekend voor het eventueel onvolledige jaar waarin zij hun activiteit gestopt hebben.

 

--------------------------------------------------------------

In antwoord op jullie brief in bijlage m.b.t. het sociaal statuut voor de hematologen enerzijds en een onvolledigheid in de info op onze website betreffende de conventiepremie voor gepensioneerden anderzijds, kan ik jullie volgende elementen antwoorden:

Sociaal statuut hematologen:

    *   de berekeningswijze voor de drempel die we destijds hebben toegepast bij de opmaak van het KB dat regels m.b.t. de activiteitsdrempel inbouwde, is de volgende:

    *   berekenen mediaan uitgaven huisartsen leeftijdscategorie 45j-54j

    *   berekenen van verhouding tussen vastgelegde basisdrempel 25.000 euro en mediaan (resultaat was 23,32 %)

    *   toepassen van dit percentage op mediaan uitgaven andere specialismen, om op die manier de drempel per specialisme vast te leggen

    *   voor hematologen (bevoegdheidscode -598) geldt idd. de €-drempel van artsen-specialisten inwendige geneeskunde (drempel van 40.661,02  €) en voor pediatrische hemato- oncologen (bevoegdheidscode -698) die van artsen-specialisten pediatrie (drempel 25.000 €)

    *   25.000 € is de onderdrempel, dus voor pediatrische hemato-oncologen (bevoegdheidscode -698) zou een aangepaste drempel geen voordeel opleveren

    *   mochten we voor hematologen (bevoegdheidscode -598) een aparte groep gecreëerd hebben en de berekeningswijze hierboven toegepast hebben, dan zou de drempel 40,484,14  € bedragen hebben. Dit is dus een verwaarloosbaar verschil, wat de creatie van een aparte subgroep o.i. overbodig maakt.

Mochten jullie hierover nog verdere vragen/opmerkingen hebben, aarzel niet om mij te contacteren.

Conventiepremie gepensioneerden, periodes van inactiviteit:

wij hebben intussen onze webpagina aangepast d.m.v. toevoeging van reglementaire referenties.

Mvg,

Greet Laga

Adviseur

Beheerseenheid individuele dossiers zorgverleners + accreditering 

T 02 739 78 95 greet.laga@riziv-inami.fgov.be  

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Dienst Geneeskundige Verzorging 

Tervurenlaan 211

1150 Brussel

2024.057

Nieuwe interpretatieregels RIZIV over immunisatieperiode

 

Op 17 april 2024 zijn drie interpretatieregels gepubliceerd over de zgn. immunisatieperiode.

De bedoeling is dat die steeds 5 dagen zou bedragen.

Daarom worden twee interpretatieregels geschrapt vanaf 1 mei 2024: 

  • * één i.v.m. het dermatologisch verband voor uitgebreide letsels
  • * één i.v.m. tandextracties en/of conserverende tandverzorging onder algemene anesthesie

 

Daarnaast wordt er een nieuwe interpretatieregel (nr. 7) toegevoegd voor art. 25 – toezichtshonorarium. 

2024.056

Huisbezoek WZC anders en beter vergoed vanaf 1 juni 2024

 

Op 11 juni 2024 werden drie KB’s gepubliceerd die in aangepaste nomenclatuur voorzien voor bezoeken door een huisarts in een WZC

Zij zijn de vrucht van heel wat werk in de NCAZ en de TGR en treden in voege op 1 juni 2024.

Er wordt een nieuw nomenclatuurnummer in het leven geroepen, specifiek voor een bezoek aan een WZC: 106610. 

Het ereloon ervoor zal € 45,81 bedragen (een verhoging met 25%).

2024.055

Update van art. 11 nomenclatuur (algemene speciale verstrekkingen)

 

Op 11 april 2024 is een KB gepubliceerd i.v.m de nomenclatuur van artikel 11 (algemene speciale verstrekkingen).

Het gaat in hoofdzaak om teksttoilet.

Hierna vindt u de integrale tekst van het nieuwe KB dat in voege treedt op 1 juni 2024. In de pdf als bijlage vindt u de voorbereidende nota van de TGR.