Minister Weyts gaat federaal artsencontingent loslaten

ASGB-BERICHT 2019.114

 

Is het loslaten van de federale artsenquota het juiste antwoord op de grote problemen, die zich actueel stellen?

Een aantal artsen-specialisten in opleiding maakt zich terecht thans al grote zorgen over de toekomst, omdat men heeft af te rekenen met een overschot aan nieuw erkende specialisten in hun discipline. Hun vraag naar een toekomstige werkloosheidsregeling onderstreept dit probleem.

Het feit dat er te weinig kandidaten kiezen voor z.g. knelpuntspecialiteiten (geriatrie, (kinder)psychiatrie, huisartsgeneeskunde) en de contingenten hiervoor niet opgevuld raken, los je niet op door het totaal aantal geneeskundestudenten dan maar te verhogen. Nu al dreigen er dramatische overschotten te ontstaan in andere, meer populaire specialiteiten, zoals gynecologie, heelkunde, enz. Dit zal alleen maar toenemen als het aantal kandidaat-specialisten nog wordt verhoogd.

Het opstellen en respecteren van de z.g. subquota is daarom op dit moment veel belangrijker.

Als er door de op te richten Vlaamse Planningscommissie zou worden vastgesteld dat er in Vlaanderen een globaal tekort aan artsen dreigt, dan is het moment gekomen om op Federaal niveau een hoger aantal toekomstige RIZIV-nummers te eisen. Pas als op federaal niveau de garantie bestaat dat alle studenten, die een studie geneeskunde aanvatten na hun afstuderen daadwerkelijk op een RIZIV-nummer kunnen rekenen, kan men het aantal geneeskundestudenten verhogen.

Afgestudeerde artsen mogen voor het verkrijgen van een RIZIV-nummer niet afhankelijk zijn van de goodwill (of laksheid, zo u wil) van een toekomstige federale minister van volksgezondheid.

De partijen, die nu deze nieuwe Vlaamse regeringsverklaring hebben opgesteld, dragen een grote verantwoordelijkheid voor het feit dat op federaal niveau de quota niet gerespecteerd worden, doordat hun partijgenoten in de federale regering de overschrijdingen van de quota in Wallonië hebben gedoogd.

Het nu ook niet respecteren van de contingenten in Vlaanderen, “omdat de anderen dat ook niet doen”, lijkt dan heel populair, maar is zeker niet het gepaste antwoord.

 

Reinier Hueting, voorzitter ASGB/kartel

2024.057

Nieuwe interpretatieregels RIZIV over immunisatieperiode

 

Op 17 april 2024 zijn drie interpretatieregels gepubliceerd over de zgn. immunisatieperiode.

De bedoeling is dat die steeds 5 dagen zou bedragen.

Daarom worden twee interpretatieregels geschrapt vanaf 1 mei 2024: 

  • * één i.v.m. het dermatologisch verband voor uitgebreide letsels
  • * één i.v.m. tandextracties en/of conserverende tandverzorging onder algemene anesthesie

 

Daarnaast wordt er een nieuwe interpretatieregel (nr. 7) toegevoegd voor art. 25 – toezichtshonorarium. 

2024.056

Huisbezoek WZC anders en beter vergoed vanaf 1 juni 2024

 

Op 11 juni 2024 werden drie KB’s gepubliceerd die in aangepaste nomenclatuur voorzien voor bezoeken door een huisarts in een WZC

Zij zijn de vrucht van heel wat werk in de NCAZ en de TGR en treden in voege op 1 juni 2024.

Er wordt een nieuw nomenclatuurnummer in het leven geroepen, specifiek voor een bezoek aan een WZC: 106610. 

Het ereloon ervoor zal € 45,81 bedragen (een verhoging met 25%).

2024.055

Update van art. 11 nomenclatuur (algemene speciale verstrekkingen)

 

Op 11 april 2024 is een KB gepubliceerd i.v.m de nomenclatuur van artikel 11 (algemene speciale verstrekkingen).

Het gaat in hoofdzaak om teksttoilet.

Hierna vindt u de integrale tekst van het nieuwe KB dat in voege treedt op 1 juni 2024. In de pdf als bijlage vindt u de voorbereidende nota van de TGR.